Strafrecht 2 - Voorwaarden: - Het gaat om een misdrijf; - Waar is het opzet van de dader op gericht - Studeersnel (2023)

Strafrecht 2

Week 1: poging en voorbereiding

Vier voorwaarden voor een strafbaar feit:

  • MG (menselijke gedraging)
  • DO (Wettelijke delictsomschrijving)
  • W (wederrechtelijkheid)
  • V (schuld/verwijtbaarheid)

Kan schorten aan:

  • Objectieve zijde: poging en voorbereiding (onvoltooide delicten)
  • Subjectieve zijde: deelnemingsvormen (afgeleide aansprakelijkheid)

Poging?

Geregeld in artikel 45 Sr: - Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een beging van uitvoering heeft geopenbaard; - Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde verminderd.Voorwaarden: - Het gaat om een misdrijf; - Waar is het opzet van de dader op gericht (diverse gradaties van opzet mogelijk); - Voornemen om het gehele delict te plegen;

Wanneer is er sprake van begin van uitvoering?

  • Subjectieve- en objectieve leer;
  • HR Eindhovense brandstichting (1934: sterk objectieve leer);
  • HR Uitzendbureau Cito (1987: geldende leer) HR Grenswisselkantoor (1987: geen begin van uitvoering) HR Videodozen (1992: nadere invulling uiterlijke verschijningsvorm)
  • Definitie volgens geldende leer? Er is sprake van een begin van de uitvoering als de handeling naar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het voorgenomen misdrijf.

Voorbeelden begin van uitvoeringHR 5 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:Strafbare poging tot invoer van hasjiesj?Begin van uitvoering van het binnen het grondgebied van Nederland brengen van hasjiesj door meteen speciaal daartoe geprepareerde auto naar Marokko te vertrekken om aldaar hasjiesj op te halen metals doel deze naar Nederland te brengen. ’s Hofs oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaaktaan een strafbare poging is bij uitstek erop gebaseerd dat het begin van uitvoering is gesitueerd "op hetmoment dat de verdachte met een speciaal daartoe geprepareerde auto naar Marokko vertrok".

HR 30 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:Verdachte heeft naar aanleiding van een advertentie waarin een vuurwapen te koop werd aangebodentelefonisch contact gezocht met de verkoper en daarbij aan de verkoper gerichte vragen gesteld overhet aangeboden vuurwapen en de bijbehorende munitie. Verdachte heeft aangegeven het wapendaadwerkelijk te willen kopen en daarmee ‘geprobeerd een overeenkomst te sluiten die tot het doorhem voorhanden krijgen van het vuurwapen zou leiden’. De verkoper was echter niet bereid hetvuurwapen te leveren toen bleek dat verdachte geen verlof voor het bezit van een vuurwapen had.

Ondeugdelijke poging

Absoluut ondeugdelijke poging: heeft geen kans van slagen, niet strafbaar.

Relatief ondeugdelijke poging: middel of object is geschikt, maar onmogelijk door omstandigheden,wel strafbaar. (Iemand gebruikt rattengif maar niet de juiste hoeveelheid om iemand te doden)

Voorbereiding?

Daar waar geen strafbare poging is, mogelijk wel strafbare voorbereiding.Artikel 46 Sr (in 1994 geïntroduceerd) 1. Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft. 2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij voorbereiding met de helft verminderd.

Voorwaarden voorbereiding: - Misdrijf met strafmaximum van acht jaar of meer; - Een of meer van de limitatief omschreven voorbereidingsmiddelen en handelingen: Middelen: o Voorwerpen o Stoffen o Informatiedragers o Ruimten o Vervoermiddelen

Handelingen: o Verwerven o Vervaardigen o Invoeren o Doorvoeren o Uitvoeren o Voorhanden hebben

Opzet

  • Er moet sprake zijn van dubbel opzet; o Opzet op de criminele bestemming (bestemd tot het begaan) van het gebezigde middel en o Opzet op het misdrijf waarop de voorbereiding toeziet (uiteindelijke gronddelict).

Opzet is gericht op het gehele voorbereidingstraject. - Voorwaardelijk opzet is ook in dit geval voldoende. o Wie bewust (willens en wetens) aanvaardt dat hij medewerking verleent aan het mogelijk maken van een misdrijf is strafbaar.

Voorbereidingsmiddelen

  • In feite is er geen reële beperking. Er is weliswaar sprake van een limitatieve opsomming maar die is dusdanig ruim dat zo ongeveer alles er onder valt.
  • Ook min of meer onschuldige middelen: o Als de objectieve geschiktheid niet direct duidelijk is zal de subjectieve nadruk in de voorbereiding doorslag kunnen geven.

Voorbeelden voorbereidingHR 28 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:

  1. Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:Sub 1: zij die het feiten plegen, doen plegen of medeplegen;Sub 2: zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of doorhet verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.

Voor alle deelnemingsvormen geldt:Er moet sprake zijn van dubbel opzet: - Opzet op de deelnemingsvorm  Medeplegen, doen plegen, uitlokken of medeplichtigheid - Opzet op het uiteindelijke delict  Voorwaardelijk opzet volstaat (HR 8 mei 1979, NJ 1979, 481: Danszaal Soranus)

Daarnaast geldt het vereiste van Accessoriteit - Het grondfeit moet hebben plaatsgevonden (of een strafbare voorbereiding/poging daartoe) en strafbaar zijn.

MedeplegenArt 47 lid 1 onder 1 SrBewuste en nauwe samenwerking (HR 29 oktober 1934, Wormerveerse brandstichting)Voor medeplegen moet de bijdrage essentieel geweest zijn.

Wanneer is er sprake van bewuste nauwe samenwerking?Verschillende indicatoren hiervoor, namelijk: - Voeren van regie voor of achter de schermen (HR containerdiefstal, HR moord op afstand); - Tonen van initiatief bij het bedenken of uitvoeren; - Overduidelijk deel uitmaken van een hechte en planmatig samenwerkende dadergroep (HR 9 juni 1992 Overval te Oirschot; - Leveren van een onmisbare of belangrijke bijdrage; - Een zekere inwisselbaarheid van rollen (Nijmeegse Scooter-arrest); - Een min of meer toevallig tot stand gekomen rolverdeling;

(Video) Dogs Tested to See Whether They’d Defend Owner During Home Invasion

HR Nijmeegse scooterzaakOp 15 januari 2010 gaan twee mannen in Nijmegen samen op één scooter op weg om een hotel teovervallen.Dat mislukt omdat ze bij het hotel politie tegenkomen. Ze slaan met hoge snelheid en tegen hetverkeer in opde vlucht door het centrum van Nijmegen en rijden door een rood licht: ze scheppen een voetgangerdie eenzebrapad oversteekt en daardoor het leven verliest. De vraag die zich voordeed was of beideverdachtenveroordeeld konden worden als medepleger van het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval?

Rb. Arnhem 17 december 2010, ECLI:NL:RBARN:2010:BO

  • De rechtbank veroordeelt één verdachte tot acht jaar cel voor het (meehelpen) voorbereiden van deoverval én het dodelijke ongeval, zijnhandlanger wordt voor zijn aandeel in de mislukte overval veroordeeld tot 16 maandengevangenisstraf, maar vrijgesproken van het(medeplegen van) doodslag.

Hof Arnhem 29 mei 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW

  • Een van de verdachten gaat in hoger beroep tegen de straf en beweert dat niet hij, maar zijnhandlanger de scooter bestuurde. Het hof inArnhem spreekt vervolgens beide verdachten vrij van doodslag, omdat niet bewezen kan worden wie

reed. Wel kregen de mannen 24 en18 maanden celstraf voor onder meer het beramen van de overval.

HR 17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:

  • Het Openbaar Ministerie tekent cassatie aan tegen de straf. De Hoge Raad oordeelt dat dat het feitdat nietwas vast te stellen wie de scooter bestuurde, een veroordeling voor het doodrijden van de man niet inde weghoefde te staan. Als de vlucht al was bedacht bij het plannen van de overval, kon dat volgens de HogeRaadtoch. De zaak moest daarom opnieuw in hoger beroep worden behandeld.

Hof Den Bosch 20 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:

  • De zaak wordt opnieuw in hoger beroep behandeld. De verdachten werden veroordeeld voor hetdoodrijdenvan de voetganger en kregen gevangenisstraffen tot 4 jaar opgelegd. Volgens het hof staat vast datbeidemannen nauw hebben samengewerkt bij de voorbereiding van de overval voorafgaand aan hunvluchtpoging.De vlucht voor de politie en het zeer gevaarlijke rijgedrag lagen volgens het hof besloten in het planvoor deoverval. Daarom vindt het hof medeplegen bewezen. Zie uitspraak.
  • Tegen de uitspraak van het gerechtshof is wederom cassatie ingesteld maar de uitspraakis door de HR in stand gelaten.

Medeplichtigheid Art 48 SrOndergeschikte rol (verschil met medeplegen)

Twee verschillende vormen: - Medeplichtigheid bij art 48 sub 1 Sr; gelijktijdig (simultaan) opzettelijk behulpzaam zijn; (bijv. op de uitkijk staan). - Medeplichtigheid tot art 48 sub 2 Sr; voorafgaand (consecutief) gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen (bijv. auto ter beschikking stelling)

Strafmaximum:2/3 van strafmaximum van gronddelict (art 49 lid 1 Sr)

Grens medeplegen en medeplichtigheidDe grens tussen medeplegen en medeplichtigheid is dun. Naarmate de rol groter is, is de kans op eenveroordeling als medepleger groter. Als iemand een zeer geringe en ondergeschikte rol heeft gehad, iser sprake van medeplichtigheid.

UitlokkingHet enkel en alleen een ander aanzetten tot een bepaald strafbaar feit.

Vereisten: - Het uitlokken van een ander (opwekken voornemen) door, - Het gebruiken van de limitatief opgesomde wettelijke uitlokkingsmiddelen

  • De uitlokker is alleen aansprakelijk voor de handelingen die hij opzettelijk heeft uitgelokt (benevens hun gevolgen, lid 2).

 Poging tot uitlokking óók strafbaar (art 46a Sr)

  • Wat gaat de persoon daar doen? Het gaat altijd om een steunbevoegdheid ter uitoefening van een andere bevoegdheid.
  • Er moet eerst worden onderzocht of de optredende persoon die bevoegdheid wel had.
  • Het doel is meestal: aanhouding (Titel IV, eerste afdeling), beslagneming (Titel IV, derde afdeling, soms schouw (Kijkje nemen): art 151 SV).

Stap 1: aanhouding of inbeslagneming?De eerste vraag die beantwoord moet worden is of het gaat om een aanhouding of inbeslagneming?Titel IV: - Ter aanhouding (eerste afdeling)  Art 55 Sv: betreden van plaats ter aanhouding  Art 55a Sv: doorzoeken van plaats (incl. woning) ter aanhouding. - Ter inbeslagneming (derde afdeling)  Art 96 Sv: betreden ter inbeslagneming  Art 96b Sv: doorzoeken vervoersmiddel ter inbeslagneming  Art 96c Sv: doorzoeken plaats ter inbeslagneming  Art 97 Sv: doorzoeken woning ter inbeslagneming

(Video) Cyber Security In 7 Minutes | What Is Cyber Security: How It Works? | Cyber Security | Simplilearn

Stap 2: betreden of een doorzoeking?De tweede vraag die beantwoord moet worden is of het gaat om betreden of moet er doorzochtworden?Bepalend hiervoor is wat er gebeurt nadat de plaats is betreden: - Zoekend rondkijken: loopt de optredende persoon alleen ‘met de handen op de rug’ door de woning, eventueel met opening van tussendeuren in de woning? Dan is het een betreding. - Wordt er verder gegaan dan dat, bijvoorbeeld door kasten te openen of schotten/muren weg te breken, dan is het een doorzoeking.

Stap 3: welke plaats?De derde vraag die beantwoord moet worden is om welke plaats het gaat? - Vervoersmiddel - Iedere plaats niet zijnde een woning - Woning (of kantoor verschoningsrechtigde)

Bij een woning is de Awbi ook van toepassing. Voor het binnentreden van woningen moet bij deuitoefening van de bevoegdheid tot betreden de eisen van de Awbi worden gerespecteerd.Het gaat daarbij om: - Legitimatie (art 1 Awbi), - Het melden van het doel van de binnentreding (art Awbi) en - De machtiging tot binnentreding (art 2 en 3 Awbi)

Bijzondere opsporingsbevoegdhedenHeimelijke bevoegdheden zoals bijv. het aftappen van de telefoon: - Onderzoek aan telecommunicatie (art 126m en 126n Sv) - Opnemen van vertrouwelijke communicatie (art 126I Sv) - Inkijkoperatie (art 126k Sv) - Stelselmatig inwinnen van informatie (art 126j Sv) - Infiltratie (art 126h Sv) - Pseudokoop en dienstverlening (art 126i Sv) - Stelselmatige observatie (art 126g Sv)

Wanneer Wet BOB?Soort inbreuk? - Beperkte inbreuk: algemene bevoegdheid van de politie o.g. art. politiewet 2012 (en art 141 en 142 Sv) - Ernstige stelselmatige inbreuk: wet BOB (‘Door inzet van de bevoegdheid wordt een min of meer volledig beeld van bepaalde aspecten van iemands privéleven verkregen’

Tallon-criterium: ‘De opsporingsambtenaar mag bij de tenuitvoerlegging van het bevel een persoonniet brengen tot andere strafbare feiten dan waarop diens reeds tevoren was gericht’.

Week 4: Bewijsrecht

Rechterlijk beslissingsmodel - Grondslagleer: de tenlastelegging van de officier van justitie vormt tijdens het onderzoek ter terechtzitting de grondslag voor beantwoording van de vragen van het beslissingsschema. - Dwingende volgorde vragen artikelen 348 jo. 350 Sv - De eerste materiele hoofdvraag is de bewijsvraag: ‘(...) beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan (...).’

Art 338 Sv: ‘het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechterslecht worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door deninhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen.’

Deelvragen van de bewijsvraag 1. Is er bewijsmateriaal voor het ten laste gelegde? 2. Wordt het bewijsmateriaal toegelaten als bewijsmiddel? 3. Zijn er voldoende bewijsmiddelen om tot een bewezenverklaring te kunnen komen?  Wordt ieder onderdeel van de bewezenverklaring door ten minste een bewijsmiddel bewezen?  Voldoet de bewezenverklaring als geheel aan de bewijsminimumregels? 4. Is de rechter overtuigd dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan?

Negatief-wettelijk bewijsstelsel - Verplichting tot vrijspreken bij ontbreken wettelijke bewijsmiddelen en niet voldoen aan bewijsminima. - Geen verplichting tot veroordeling bij op het oog voldoende bewijs. - Bij twijfel niet veroordelen: in dubio pro reo.

Feiten van algemene bekendheid (art 339 lid 2 Sv) - Feiten en omstandigheden van algemene bekendheid behoeven geen bewijs. - HR 11 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0291:‘gegevens die ieder van de rechtstreeks bij het geding betrokkenen geacht moet worden te kennen ofdie hij zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke bronnen kan achterhalen.’ - Bijvoorbeeld: remmen duurt langer bij nat wegdek, met een mes steken in de borststeek kan ernstig lichamelijk letsel opleveren, etc.

  • De meest voorkomende vorm is het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar (art. 152 en 153 Sv jo. 344 lid 2 Sv.).

Bewijsminima - Hoofdregel: minimaal 2 bewijsmiddelen voor een bewezenverklaring. - Tweede bewijsmiddel moet afkomstig zijn uit een andere bron. - Een getuige is geen getuige, ‘unis testis nullus testis’ (art 342 lid 2 Sv) ‘’Volgens het tweede lid van art. 342 Sv – dat de tenlastelegging in haat geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige.’’ - Sinds HR 30-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3704 (Unus testis I) moet het tweede bewijsmiddel voldoende steun geven aan de verklaring van de getuige (of verdachte) - De uitzondering op de regel is als het gaat als bewijsmiddel om een heterdaad proces-verbaal van een opsporingsambtenaar (art. 344 lid 2 Sv).

Arrest mishandeling zwangere vrouw

  • R. 2.“In het onderhavige geval kan niet worden gezegd dat de tot het bewijs gebezigde verklaringvan de aangeefster [slachtoffer] onvoldoende steun vindt in het overige bewijsmateriaal, inaanmerking genomen dat de eveneens tot het bewijs gebezigde verklaring van [betrokkene 1] ondermeer inhoudt dat de aangeefster tijdens haar zwangerschap niet alleen huilend, maar ook verkrampten met haar handenop haar buik aan de voordeur stond.”

Week 5: Straffen en maatregelen

Plaats in het beslissingsschema (1) - Art 350 Sv: ‘Indien wordt aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en over de oplegging van straf op maatregel, bij de wet bepaald.’ - Art 351 Sv: ‘Acht de rechtbank het tenlastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.’ - Artikel 9a Sr: rechterlijk pardon.

(Video) Saul Teaches Jesse Money Laundering | Kafkaesque | Breaking Bad

StraftoemetingIn de praktijk weer vier vragen: - Moet er een sanctie worden opgelegd? Bijv. rechterlijk pardon. - Welke soort sanctie moet er worden opgelegd? Letten op o. oriëntatiepunten voor straftoemeting, geen TBS icm levenslang. Vanuit OM: Aanwijzing kader voor strafvordering en OM-afdoeningen (2015A001). - Wat is een passende strafmaat? Bijv. letten op samenloop, voeging ad informandum, draagkrachtbeginsel, proportionaliteitsbeginsel, anticipatiegebod, etc. - Welke sanctiemodaliteit wordt toegepast? Bijv. (niet)tenuitvoerlegging, (on)voorwaardelijk, etc.

Straffen en maatregelen - Doel straffen: vergelding en preventie (bijv. gevangenisstraf). - Doel maatregelen: beveiliging samenleving (bijv. TBS) of herstellen rechtsorde (bijv. voordeelsontneming). - Straffen worden onderverdeeld in hoofdstraffen en bijkomende straffen.

Hoofdstraffen en bijkomende straffen (art. 9 Sr)Hoofdstraffen (art 9 lid 1 sub a Sr) - Gevangenisstraf (art. 10 e. Sr). - Hechtenis (art 18 Sr). - Taakstraf (art 22c e. Sr). - Geldboete (art. 23 e. Sr).

Bijkomende straffen (art 9 lid 1 sub b Sr) - Ontzetting van bepaalde rechten (art 28 e. Sr). - Verbeurdverklaring (art. 33-34 Sr). - Openbaarmaking rechterlijke uitspraak (art 36 Sr)

HoofdstraffenVrijheidsbenemende straffen - Gevangenisstraf: alleen misdrijven worden met gevangenisstraf bedreigd, minimum van één dag, maximaal levenslang of tijdelijk (30 jaar). - (Principale) hechtenis: vrijheidsbenemende straf voor overtredingen en voor enkele culpoze delicten, minimum één dag, maximaal één jaar en vier maanden. Vervangende hechtenis als een geldboete niet wordt betaald of taakstraffen niet (naar behoren) worden uitgevoerd. - Bijzonder strafmaximum is in afzonderlijk delict gesteld. - Tegenwoordig allemaal uitgevoerd in de gevangenis (art. 10 Pbw). - Taakstraf en geldboete (te vinden in art 22c e. Sr, drie vormen: werkstraf, leerstraf, combinatie. Maximale duur is 240 uur, kan niet opgelegd worden bij bepaalde gewelds- en zedenmisdrijven of in geval van recidive. Geldboete is te vinden in art 23 Sr (rekening houden met draagkrachtbeginsel (art 24 en 33 lid 2 Sr). Minimaal 3 euro en maximaal 820 euro. Bijzonder strafmaximum is in afzonderlijk delict gesteld.

Bijkomende straffen - Omzetting uit rechten (28 Sr): delicten die in de uitoefening van een ambt of beroep worden gepleegd kunnen de uitoefening daarvan (tijdelijk) ontnemen, maar ook bv. Kiesrecht. - Verbeurdverklaring (33 Sr): bepaalde in de wet (art 33a Sr) aangeduide voorwerpen kunnen aan de veroordeelde worden ontnomen om vervolgens verkocht te worden: De opbrengst daarvan komt toe aan de Staat (art. 35 Sr). - Openbaarmaking vonnis (36 Sr): de uitspraak wordt opgenomen in een regionaal of landelijk blad. Gaat om aantasting van de goede naam, dient een waarschuwend doel voor potentiële slachtoffers.

Maatregelen - Onttrekking aan het verkeer (art. 36b Sr) - Ontnemingsmaatregel (art. 36e Sr) - Schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr) - Plaatsing in en psychiatrisch ziekenhuis (art. 37 Sr) - Terbeschikkingstelling (art. 37a Sr) - Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (art. 38m Sr) - Vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v Sr)

Onttrekking aan het verkeer (art. 36b Sr)Onttrekking aan het verkeer houdt in dat bepaalde voorwerpen (zie art. 36c Sr) die van zodanige aard

Schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel (art. 9a Sr)Ook wel ‘rechterlijk pardon’ genoemd.Zie bijvoorbeeld:

  • Rechtbank Den Haag 9 december 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15014 (Uitspraak zaak Wilders ineerste aanleg, Wilders schuldig aan groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie.)
  • Gerechtshof 's-Hertogenbosch 12 november 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4514.(Achterdeurproblematiek gedoogbeleid softdrugs. Rechterlijk pardon voor bevoorradingcoffeeshops.)
  • Rechtbank Amsterdam 10 november 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BU3929. (Bejaarde verdachtewordt veroordeeld voor moord op haar dochter die leed aan het downsyndroom. Gelet op deuitzonderlijke omstandigheden van deze zaak en de leeftijd van verdachte is de rechtbank vanoordeel dat een straf of maatregel geen redelijk doel meerdient.)
  • Rechtbank Amsterdam 24 februari 2009, ECLI:NL:RBAMS:2009:BH3828. (De rechtbank heeftverdachte schuldig bevonden aan het overlijden van de aan hem verbonden klimmer nu verdachteaanmerkelijk onachtzaam en nalatig heeft gehandeld tijdens het zekeren van zijn klimpartner. Derechtbank is echter van oordeel dat met het bestraffen van verdachte geen enkel strafdoel is gediend.Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat het overlijden van de klimmer niet alleen bijhaar nabestaanden, maar ook bij verdachte zelf groot leed heeft veroorzaakt. Verdachte zal de restvan zijn leven met het besef moeten leven dat door zijn toedoen zijn vaste klimpartner (en goedevriendin) van het leven is beroofd. Bovendien getuigt de houding van verdachte – die erkent schuldigte zijn aan het overlijden van zijn klimpartner – ten opzichte van het strafbare feit en denabestaanden vaninzicht in zijn daad. In hoger beroep zelfs vrijgesproken van het tenlastegelegde: GerechtshofAmsterdam 19 februari 2010, ECLI:NL:GHAMS:2010:BL5635 16)

Tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffenDrie regelingen van belang: - Voorwaardelijke veroordeling (art 14a Sr). - Voorwaardelijke invrijheidstelling (art 6:2:10 Sv). - Aftrek voorarrest (art. 27 Sr).

Voorwaardelijke veroordeling

  • De sanctie wordt: geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer gelegd (art. 14a Sr)> vrijheidsstraf van ten hoogste twee jaar of andere hoofdstraf: geheel of gedeeltelijk voorwaardelijkmogelijk (lid 1).> vrijheidsstraf van meer dan twee jaar en maximaal vier jaar: ten hoogste twee jaar voorwaardelijkmogelijk (lid 2).Als de verdachte zich gedurende een vast te stellen proeftijd (art. 14b Sr)> ten hoogste drie jaren, of> ten hoogste tien jaren indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeeldewederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor deonaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen (lid 2) of indien er ernstig rekeningmee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat degezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt (lid 3).

Houdt aan bepaalde voorwaarden (art. 14c Sr).

  • algemene voorwaarde: geen recidive.
  • bijzondere voorwaarden: bijv. behandeling door psycholoog, straatverbod, agressieregulatiecursusvolgen, etc.

Voorwaardelijke invrijheidstelling

  • In beginsel automatische invrijheidstelling na het uitzitten van een deel van de vrijheidsstraf (art.6:2:10 Sv)> vrijheidsstraf van meer dan een jaar en ten hoogste twee jaar: een jaar + eenderde van restantuitzitten (lid 1)> vrijheidsstraf van meer dan twee jaar: tweederde uitzitten (lid 2)
  • maar in vrijheid gestelde persoon moet zich gedurende een proeftijd (6:2:11 Sv)> algemene voorwaarde: gelijk aan de periode waarover voorwaardelijke invrijheidstelling wordtverleend, maar bedraagt ten minste een jaar.> bijzondere voorwaarde: wordt door het openbaar ministerie vastgesteld, maar is ten hoogste gelijkaan de periode waarover voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend.
  • wel houden aan bepaalde voorwaarden (6:2:11 Sv)> algemene voorwaarde: geen recidive: zie bijv. Holleeder moet restant van eerdere gevangenisstrafuitzitten: HR 11 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:> bijzondere voorwaarden betreffende het gedrag van de veroordeelde:> bijv. verbod gebruik verdovende middelen, gebieds- en/of contactverbod, meldplicht, etc.> Niet mogelijk bij voorwaardelijke veroordeling (6:2:11 Sv)

Aftrek voorarrestArt 27 Sr: ‘Bij het opleggen van tijdelijke gevangenisstraf, hechtenis of taakstraf beveelt de rechter,dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de uitspraak in verzekering, invoorlopige hechtenis, (...) is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf geheel in mindering zalworden gebracht.’

ZSM - Zorgvuldig, Snel en op MaatZSM, dat is: Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk

  • Snel. Het motto: Zaken direct afdoen, tenzij...
  • Slim. De werkwijzen van alle ketenpartners worden aangepast, zodat een optimale werkwijzeontstaat.
  • Selectief. Geen standaardinterventies! Om betekenisvol te handelen zet ZSM meerdereafdoeningmogelijkheden in, ook buiten het strafrecht.
  • Simpel. Eenvoud is de kracht van ZSM. Daartoe wordt gekapt in bureaucratische processen,bijvoorbeeld door minimaal en eenvoudig te registreren.
  • Samen. In ZSM staan OM, politie en ketenpartners letterlijk schouder aan schouder.
  • Samenlevingsgericht. De relatie tussen het feit en de afdoening moet herkenbaar, zichtbaar enmerkbaar zijn voor de samenleving, waaronder het slachtoffer.

Rapport P-G bij de Hoge Raad over de praktijk m.b. strafbeschikkingen

  • Beschikt en gewogen. Over de naleving van de wet door het openbaar ministerie bij hetuitvaardigen van strafbeschikkingen.

  • Meest in het oog springend is de bevinding dat in 8% van de strafbeschikkingen die wordenuitgevaardigd via het ZSM-traject of door de CVOM (Centrale Verwerkingseenheid OpenbaarMinisterie) het bewijs onvoldoende is.

  • Schending van het recht > bijv. tegenstrijdige uitspraak (bijv. levenslang + tbs of onvoldoende gemotiveerde uitspraak of onjuiste toepassing eerdere jurisprudentie).

  • Absolute competentie > misdrijven, overtredingen tenzij gerechtelijk pardon of boete minder dan 250 euro, uitzondering hierop als het wetgeving van lagere overheden betreft (lid 3).Geen cassatie als een ander rechtsmiddel open staat, dus eerst in hoger beroep.

Functie HR: - Rechtsvorming bij ingewikkelde wetgeving met open normen Bijv.: HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2653 (Tongzoen II). - Eenheid: HR moet telkens aangeven welke uitleg er rechtens geldt. - Controle van lagere wetgeving - Precedentrecht: voor andere zaken.

Cassatieberoep in het belang der wet (art. 456 Sv) - Kan slecht ingesteld worden door de PG bij de HR. - Centraal staan de rechtseenheid en rechtsvorming, het gaat dus nooit om een individueel belang.

Herziening ten voordele (art 357 Sv)Geen hoger beroep mogelijk, maar toch wenselijk dat een rechter nog eens naar de zaak kijkt bij: - Conflict van rechtspraak: tegenstrijdige vonnissen of arresten. - Door EHRM geconstateerde mensenrechten schending in zaak waar herziening voor is aangevraagd. - Novum: nieuw gegeven. Als de rechter dit had geweten was hij tot een ander besluit gekomen.Herzieningsrechter kijkt alleen of de zaak heropend moet worden, dan wordt terugverwezen.

Herziening ten nadele (art 482a Sv)Mogelijkheid sinds 2013 om onherroepelijk vrijgesproken dader van een ernstig misdrijf bij nieuw,sterk bewijst te bestraffen, geen herkansing voor onzorgvuldig opsporingsonderzoek.  Belang van een goede rechtspleging, in elke individuele zaak.

Herzieningsgronden: novum - Na het onherroepelijk worden van de einduitspraak aan het licht gekomen nieuw zeer sterk (technisch) bewijs of een geloofwaardige betekenis van de gewezen verdachte of diens medeverdachte (lid 1 sub a) - Waardoor het ernstige vermoeden bestaat dat de verdachte, als de rechter daarmee bekend was geweest, zou zijn veroordeeld voor een opzettelijk begaan misdrijf dat de dood van een ander tot gevolg heeft (lid 1 sub a).

Herzieningsgronden: falsa - Vastgesteld is dat er sprake was van bijvoorbeeld vast ontlastend bewijsmateriaal (lid 1 sub b) - Een meinedige getuigenverklaring (lid 1 sub c) - De verdachte heeft zich met betrekking tot zijn strafzaak schuldig gemaakt aan een misdrijf als bedreiging (lid 1 sub d) - De omstandigheid dat de rechter zich heeft laten omkopen (lid 2)

Een aantal bekende herzieningszakenLucia de Berk: Novum: nieuwe testapparatuur en er was verkeerd getest, nu kan er onderscheidgemaakt worden. Technische en medische vooruitgang. Uitzondering op de wet.

Puttense moordzaak: deskundige komt nu tot een andere conclusie, op deze verklaring was deveroordeling gebaseerd. Oordeel van een deskundige in principe geen novum, hier bijzondereomstandigheid omdat de deskundige niet volledig geïnformeerd was en deze theorie het enige bewijswas voor de veroordeling. Bijzondere omstandigheden dus voor een novum zorgen.

Deventer moordzaak: verzoek tot nader onderzoek met het oog op herziening toegewezen. Dit isoverigens niet hetzelfde als herziening.

Gratie (Gratiewet) - Een gratieverzoek is geen rechtsmiddel - De rechterlijke uitspraak wordt middels een gratieverzoek niet aangevochten, de tenuitvoerlegging van de sanctie wordt aan de orde gesteld. De rechterlijke beslissing blijft onaangetast. - Gratie wordt verleend bij koninklijk besluit door de Minister van Veiligheid en Justitie (art. 122 GW), voorzien door een advies van de rechter.

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Fr. Dewey Fisher

Last Updated: 05/07/2023

Views: 5432

Rating: 4.1 / 5 (62 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Fr. Dewey Fisher

Birthday: 1993-03-26

Address: 917 Hyun Views, Rogahnmouth, KY 91013-8827

Phone: +5938540192553

Job: Administration Developer

Hobby: Embroidery, Horseback riding, Juggling, Urban exploration, Skiing, Cycling, Handball

Introduction: My name is Fr. Dewey Fisher, I am a powerful, open, faithful, combative, spotless, faithful, fair person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.